Mijn leerlingen effectief laten leren

Sinds 2015 ben ik met een aantal klassen gestart met een experiment.

Met dit experiment probeerde ik leerlingen binnen het VMBO BBL te motiveren om te leren. Deze motivatie krijgen ze door ze zelf verantwoordelijk te maken voor de lesstof, leerlingen konden gaan kiezen met welke lesstof ze aan de slag gingen en de leerlingen waren zelf verantwoordelijk voor het tempo waarmee ze door de lesstof  gingen, Self Determination Theorie van Ryan en Deci.

Het resultaat was dat er in deze, 16 leerlingen per klas, na de kerst vakantie bijna geen onvoldoendes gehaald werden en dat tegen het einde van het schooljaar meerdere leerlingen tienen haalden op hun eindtoets. Belangrijker resultaat was natuurlijk dat de leerlingen inzagen dat zij door structureel leren hele mooie cijfers kunnen halen.

Wat ga ik dit schooljaar doen.

Ik heb dit schooljaar 11 klassen: vier eerstejaars BBL klassen, zes tweedejaars BBL klassen en een, tweedejaars kader klas.

Met name, de tweedejaars leerlingen weten hoe ik werk en toch besteed ik mijn eerste lessen aan het uitleggen, aan alle klassen, op welke manier ik wil dat zij gaan werken.

Ik start met de vraag, welk cijfer zou je willen halen op je eindtoets waar je echt trots op zou zijn?

Ik krijg reacties van een zes en een half tot een tien. Het op voorhand aangeven welke cijfer de leerling wil halen heeft een positief effect op het leren, aldus Hattie.

Ik geef als iedereen zijn cijfers heeft gezegd aan, dat ze dit ook makkelijk kunnen gaan halen en dat ze niet moeten schrikken als ze zelfs hogere cijfers gaan halen dan dat ze aangegeven hebben.

 

Wat verwacht ik van mijn leerlingen:

Ze hebben hun methode boek bij zich en een lijntjes schrift.

Ze lezen een alinea, houden hun hand er op en iedereen moet zich afvragen of ze gelezen stukje begrijpen (begrijpend lezen). Als ze het niet begrijpen moeten ze het nog een keer lezen. Als ze het dan nog niet snappen, vragen ze eerst aan hun medeleerling om uitleg. Indien ze het nog niet snappen steken ze hun vinger omhoog en vragen ze uitleg aan mij.

Als ze een blauw gemarkeerd woord tegen komen, pakken ze hun schrift en schrijven ze dit specifieke woord over in hun schrift. Daarachter schrijven ze de betekenis van het woord. Dit zorgt voor herhaling en door het overschrijven beter beklijven. De hersenen, fijne motoriek, worden door het schrijven geactiveerd.

Verder in de tekst staan er opdrachten in een blauw vlak, dit zijn opdrachten die over de eerder gelezen tekst gaan en testen of ze de tekst begrepen hebben.

Aan het einde van de paragraaf staat een stukje tekst (bij de BBL leerlingen een regel of acht, bij de kader leerlingen meer). Hier staat boven “onthouden” (samenvatting van de paragraaf). Dit leest de leerling goed door, houdt zijn hand er op en vraagt zich af of hij het begrepen heeft. Dan pas schrijft de leerling dit stukje tekst over. Leerlingen mogen van mij niet zelf een samenvatting maken omdat ze dan teveel focussen op individuelen feiten en het overzicht kunnen verliezen.

Leerlingen mogen alleen met pen schrijven die blauw of zwarte inkt heeft hiermee probeer ik op het papier rust te creëren.  Markeerstiften mogen ze niet gebruiken, het heeft namelijk geen effect op het leren en kan zelfs ongunstig werken bij het leren. Het overschrijven zorgt nu net voor het beklijven van de stof.

Wanneer leerlingen in hun schrift schrijven, mogen ze ook niet de achterkant van de bladzijde beschrijven. De inkt drukt namelijk vaak door waardoor aan de voorkant vlekken ontstaan waardoor het lezen onrustig wordt voor de leerling.

Als ze klaar zijn met hun les begint voor de leerling het echte werk.

Ik wil namelijk dat ze elke dag de blauwe woorden en het stukje tekst onthouden, dat ze die dag hebben opgeschreven, actief gaan lezen.

Met actief lezen bedoel ik, alleen oog hebben voor de tekst. Hun mobiel staat uit, ook radio, tv, of pc staan niet aan. Ouders, broertjes en zusjes mogen in deze tijd de leerling niet storen. De leerling leest de tekst eenmalig over en stopt daarna hiermee. De leerling moet dan gedurende vijf minuten iets anders doen wat niets met leren te maken heeft.

De blauwe woorden met betekenis en het deel om te onthouden van de eerste paragraaf heeft de leerling binnen vijf minuten actief gelezen. Maar na een tweede les krijgen ze er een nieuwe paragraaf er bij, de leerlingen hebben twee keer in de week Natuurkunde Techniek les. Na elke les krijgen ze dus nieuwe woorden en zinnen om te onthouden erbij. Op deze manier oefenen ze een aantal dagen een vijftal woorden, met betekenis en een vijftal zinnen. Na een aantal dagen krijgt de leerling er weer een aantal woorden met betekenis en zinnen om te onthouden bij. De leerling blijft dus alles elke dag herhalen en op deze manier bouw ik samen met de leerling hun woordenschat en kennis uit. Ze leren verspreid over langere termijn, gedistribueerd oefenen, voor op de eindtoets.

De leerling mag niet meer dan vijftien minuten, thuis, bezig zijn met het actief lezen van Natuurkunde Techniek. Door elke dag doelbewust te trainen kan de leerling beter worden.

Door mijn leerlingen bovenstaande stappen aan te leren draag ik mijn steentje bij door mijn leerlingen te laten leren.

Elke les begin ik met het her activeren van de vorige les op deze manier wordt het voor de leerlingen helder waar ze mee bezig zijn. Ik ben een aantal weken hiermee bezig en zie leerlingen gemotiveerd bezig zijn met hun lees- en leerstof. Elke les krijgen leerlingen een high five omdat ze weer geoefend hebben thuis, je ziet leerlingen groeien.

Nu afwachten op de eerste resultaten van de eerste eindtoets.