Theorie Gardner niet meer actueel

Howard Gardner is bekend geworden door zijn theorie over meervoudige intelligentie.

Er zijn in Nederland scholen die volgens het concept meervoudige intelligentie werken. Meervoudige intelligentie wordt dan gebruikt om het onderwijs op maat aan te bieden en te differentiëren.

Vanaf 2006 werd er al aangegeven dat het niet verstandig is om als onderwijsinstelling te gaan werken met het concept meervoudige intelligentie.

In 2013 wordt in het boek “Jongens zijn slimmer dan meisjes” aangegeven dat Gardner eerder een filosofie is dan een theorie.

In een essay in 2016 schrijft Gardner zelf dat dat zijn theorie niet meer actueel is. Gardner moedigt wel iedereen aan om onderzoek te doen naar meervoudige intelligentie.

Wat leer ik hiervan?

Als docent moet ik altijd naar de talenten zoeken en kijken van mijn leerlingen. Ik probeer mijn leerlingen goed te begeleiden en te laten leren door o.a. gerichte feedback, concrete voorbeelden aanbieden bij het leren en vele andere voorbeelden dat door onderzoek bewezen is dat het werkt bij het leren. Er gebeurt nog te veel in het onderwijs wat niet bewezen is dat het werkt en soms is het zelfs schadelijk voor de leerlingen en dat moeten we zien tegen te gaan.

Zo doen we dat in Den Haag

Via Jeroen op Facebook kreeg ik een uitnodiging om mee te denken over het onderwijsbeleid 2018/2022 in Den Haag. Gemeente Den Haag wilt DE docentenstad van Nederland worden. Ik was nieuwsgierig en heb me aangemeld, ondanks dat ik werk en woon in Tilburg.

Dinsdag 28 maart was het dan zover. De bijeenkomst was georganiseerd in de Remise. Ik zag Jeroen van MeetUp070 maar ook Claire van MeetUp010 was er. Beide zijn, net als ik, ook actief betrokken bij MeetUpNL.

Rond 18:15 uur werden we naar een zaal begeleid. Daar werden we voorgesteld aan de nieuwe wethouder van gemeente Den Haag en aan  Melvin Redeker (bergbeklimmer).

Het verhaal van Melvin over bergbeklimmen en de relatie met onderwijs was kort en krachtig.

Melvin had het over de klassieke fout die hij en zijn team gemaakt hebben en die in het onderwijs ook vaak gemaakt wordt. Je kan het oude beleid niet kopiëren en plakken op nieuw beleid. Melvin had hiervoor de verandercurve bij zich.

Daarnaast dien je als bergbeklimmer/ onderwijsorganisatie vertrouwen winnen en daarvoor zijn, volgens Melvin, 4 stappen van cruciaal belang:

1) Investeer in relaties;

2) Committeer je aan de waarden en normen à wat betekent dit voor je gedrag;

3) Wees consistent;

4) Ben voorspelbaar.

En als je dan aan het veranderen ben, zorg dat je voor elkaar er bent. Geef elkaar feedback en vraag om feedback. Maak van je collega je coach. Op deze manier gaat veranderen makkelijker.

Samenvattend:

  • Accepteer veranderingen.
  • Werk aan vertrouwen.
  • Maak van je collega’s je coach.

Na dit inspirerend verhaal mochten we zelf aan de slag.

Om niet bij bekende te zitten werd de zaal in 3 rondes door elkaar gehusseld.

Samen met 7 andere docenten, al dan niet lesgevend in Den haag, gingen we aan de slag.

Ronde 1:

10 minuten brainstormen wat we allemaal zouden willen (maakt niet uit wat) (eerste ideeën).

Ronde 2:

Van al die punten kies er 5 en wek die wat verder uit (afbakening) .

Ronde 3:

Wat zijn de 3 beste ideeën, werk ze verder uit.

Ronde 4:

Wat presenteren we en moet op de Haagse agenda (Pitch).

Alle  groepen kregen 1 minuut om hun idee te pitchen en daarna werd er via Kahoot gestemd wat de docenten het beste idee vond. Ik zat in de groep: Zo doen we dat in Den Haag.

Samenvattend kwam het er op neer dat bijna alle groepen:

Een platform willen hebben waarop ze elkaar kunnen ontmoeten, van elkaar leren en kunnen delen.

Een platform waar docenten en e.v.t. andere geïnteresseerde (ouders, leerlingen, e.d.) elkaar ontmoeten en met elkaar het onderwijs beter maken. Van elkaar leren en elkaar ontmoeten. Een platform vanuit de docent (die hiervoor ruimte krijgen) en gefaciliteerd door de onderwijs organisaties en de gemeente. Er werd zelfs geopperd om een 80/20 regel toe te passen. 80% werken 20% met andere collega’s bespreken, onderzoeken, experimenteren op welke manier het onderwijs beter gemaakt kan worden.

Wat heeft deze avond mij opgeleverd:

Het interessante aan de hele avond was dat alle docenten uit het PO, VO, MBO en HBO aanwezig waren en allemaal contact zoeken met collega’s om het onderwijs, voor de leerling, beter te maken. Dat je niet continu in je eigen organisatie blijft kijken, het welbekende navelstaren. Samen kunnen we meer bereiken.  Niemand heeft het over zijn salaris gehad.

Ik heb veel mooie initiatieven gehoord en met zeer inspirerende, Haagse, collega’s gesproken.

Zo iets zou m.i. ook in Tilburg door de gemeente georganiseerd kunnen worden, Als Tilburg ook DE onderwijsstad van Nederland wilt worden?

Ik draag m.i. mijn steentje al bij door in 2016 een IDMES te organiseren maar ook in 2017 probeer ik met andere ( Adrienne, Cobine, Jean Pierre)  in Tilburg docenten bij elkaar te krijgen en te inspireren door MeetUp013 te organiseren.

Ik ben van mening dat er een structurele bijeenkomst meer gedragen en gefaciliteerd zouden moeten worden door onderwijs organisaties en Gemeente.

Een mooie foto wil ik jullie niet onthouden. Claire heeft voor de groep Zo doen we dat in Den Haag een aantal woorden op papier gezet wat ze later heeft voorgedragen aan alle groepen:

 

Gespreid leiderschap

Vanochtend las ik op RTL website dat dat de baas niet meer de baas moet zijn. Op deze manier kan een bedrijf beter inspringen op veranderingen. Lees hier het artikel.

Maar in het onderwijs ben ik dat al eerder tegen gekomen.

Het begon, voor mij, allemaal in 2013 met een presentatie van Joseph Kessels over gespreid leiderschap in een professionele ruimte, dit stuk komt uit 2012.  DeRue & Ashford hebben in 2010 een artikel over geschreven. In 2006 Heeft Spillane  zijn boek uitgegeven over distributed leadership.

Al met al mooie initiatieven die m.i. zeker kunnen werken maar alleen als de leidinggevende van een bedrijf/ instelling dit toelaten, anders komt gespreid leiderschap nooit van de grond. Veel leidinggevenden dienen daarom m.i. een verandering van mindset te krijgen om de macht, die sommige mensen hebben, los te laten en te delen. Dat is vaak erg moeilijk voor deze leidinggevende. In het onderwijs zie ik het niet snel veranderen, helaas.

Toch blijf ik hoop houden.

Een stap vooruit twee stappen achteruit

Op de school waar ik werk proberen we een kanteling teweeg te brengen.

Een nieuwe directeur gaat daar bij helpen. Vanuit het MT werd aangegeven dat veranderingen niet meer top down gestuurd moet worden maar vanuit de docent/ docententeam zelf moet komen. Hier word ik dan weer vrolijk van. Misschien heeft dan toch iemand  vanuit het MT Het alternatief (http://bit.ly/1LJAhqo ) ,Het alternatief 2  (http://bit.ly/23G4A9Q) gelezen. Helaas wordt deze droom elke keer verstoord.

Als school proberen we een visie te ontwikkelen. Een bureau wordt ingehuurd en tijdens een studiedag mogen we kernwoorden opschrijven over ons onderwijs. We zijn nog niet klaar en het bureau geeft aan dat het MT, tijdens een eigen studiedag, dit ook heeft gedaan en de volgende kernwaarden kwamen eruit: Liefde, Top, Lef en Leiden.

Snel geeft het (dure) ingehuurde bureau aan dat alle docenten, binnen een sessie van 60 minuten, ook deze woorden hebben aangegeven en dat dit onze kernwaarden worden.

Dus het top down denken is weer terug. Zijn het slechte kernwaarden?? Nee natuurlijk niet. Maar eerst aangeven dat de docenten iets te zeggen hebben en later blijkt dat dit al kant en klaar vast ligt, klopt m.i. niet.

Het idee om de docent de kernwaarden mee te laten bepalen is natuurlijk perfect, alleen deze uitvoering helaas iets minder.

Daarnaast is het hebben van kernwaarden iets anders dan het hebben van een visie en een destinatie. Waartoe geven wij onderwijs?  Steeds vaker valt vanuit het MT het woord differentiatie. Dit stemt mij vrolijk. Helaas merk ik dat het woord differentiëren steeds gebruikt wordt als container begrip. Daarom voel ik me nu genoodzaakt om iedereen te laten weten wat ik onder differentiëren versta, alleen maar om duidelijkheid te verschaffen.

Een definitie van differentiëren is “die maatregelen binnen in het onderwijs, die inspelen op verschillen tussen de leerlingen.” (Bade & Bult, 1981, p. 23). Differentiatie is dat het onderwijs de leerlingen aanspreekt op hun mogelijkheden en hun talenten verder ontwikkelen (Coubergs et al., 2013). Vanderhoeven heeft als definitie van differentiatie beschreven “Het positief en planmatig omgaan met verschillen tussen leerlingen met het oog op het grootst mogelijke leerrendement voor elke leerling.” (Vanderhoeven, 2004, p. 29) Omdat niet iedereen hetzelfde is nodigt deze definitie om de verschillen positief te gebruiken zodat iedereen er beter van wordt (Heylen et al., 2013).

Beide definities sluiten m.i. goed op elkaar aan, vandaar dat ik zelf differentiëren omschrijf als: “Maatregelen binnen in het onderwijs die inspelen op verschillen tussen de leerlingen met het oog op het grootst mogelijke leerrendement voor elke leerling”.

Differentiatie werkt het beste bij heterogene groepen, met name zwakke leerlingen hebben er een voordeel bij (Bosker, 2005; Heylen et al., 2013). In een klas waar de lat hoog wordt gelegd presteert iedereen beter, maar er zijn ook betere hulpbronnen voor de leerlingen. Het voordeel van een heterogene groep is, naast het inhoudelijk leren, dat er ook op het gebied van sociale vaardigheden zoals samenwerken, conflicten oplossen en overleggen beter wordt geleerd. Differentiëren begint met de keuze voor interne of externe differentiatie van een school. Externe differentiatie bekijkt welke maatregelen er genomen dienen te worden op het niveau van school, scholengroep of het structuur van het onderwijs (Coubergs et al., 2013).

Interne differentiatie ook wel binnenklasdifferentiatie speelt in op de verschillen in de klas tussen leerlingen en de maatregelen die er genomen dienen te worden (Coubergs et al., 2013).

Differentiëren kan op het niveau van de inhoud, het product en het proces. Om de leerling te laten leren, is het van belang dat er gedifferentieerd wordt. Indien er gedifferentieerd wordt, zal de leerling gemotiveerd zijn. Leerlingen worden gemotiveerd wanneer ze worden aangesproken op hun autonomie, competentie en bij het onderwijs betrokken worden. De leerling met autonomie ervaart een positievere taakbeleving (Pintrich, 2003).  Wanneer er gedifferentieerd les wordt gegeven zal de leerling iets te kiezen hebben. De leerling wordt op zijn competentie aangesproken en samen met klasgenoten zullen ze de lesstof afwerken. Wanneer er gedifferentieerd wordt zullen de leerlingen zich maximaal ontwikkelen door de mede leerlingen in de klas als stimulator en motivator te gebruiken en de individuele leerling wordt aangesproken op zijn eigen mogelijkheden (Heylen, Maes, & Gucht, 2013). Wanneer de leerling gemotiveerd is, zal deze zijn schooltaken met plezier doen waardoor de taakbeleving positief is.  Wanneer de leerling een positieve taakbeleving heeft zal dit uitwerking hebben op de gemoedstoestand van de leerling. Hierdoor krijgt men meer positieve leerlingen in het schoolgebouw.

Zoals al aangegeven, ben ik erg blij dat er steeds vaker valt vanuit het MT het woord differentiatie valt. Daarom was ik dan ook erg verbaasd over de nieuwe actie van het MT. Alle vakgroepen dienen aan te geven wanneer de docent welke lesstof gaat geven gegeven en  wat er precies per les als huiswerk wordt gegeven, voor een heel schooljaar. Dit onder de noemer “dan weten ouders wat hun kind doet op school”.

Dit staat m.i. haaks op interne differentiatie die goed zou zijn voor de individuele leerling.

Natuurlijk heb ik een jaarplanning waarop aangegeven staat wat wanneer behandeld wordt. Er zijn namelijk ook leerlingen die moeite hebben om de lesstof tot zich te nemen en er wat langer over doen. Wat ik meemaak is dat de meerderheid van leerlingen vooruit lopen, qua lesstof.

Mijn inziens is dit een actie van het MT om meer controle te krijgen op de docent. Waarom is deze controle nodig? Misschien omdat het MT van hogerhand te horen heeft gekregen dat er na 4 jaar bezuinigen nog een keer bezuinigd dient te worden, en wel 7,5%. Een jaarplanning waarmee men op de juiste manier kan differentiëren, is prima. Maar als controle middel geen goed idee.

Waarom is het niet mogelijk om docenten zelf het (dag/week) rooster / de jaarplanning te laten maken? Maak de docent nu eens verantwoordelijk, laat de docent werken op HBO niveau i.pv. uitvoerders te zijn op MBO niveau. Wij weten hoeveel lesuren de leerlingen nodig hebben. Op deze manier kunnen we ook makkelijker differentiëren. De onderwijsinstelling waar ik werk telt 900 leerlingen van wie ruim 70% een LWOO-beschikking hebben en een IQ lager dan 90. Bijna 60% van de leerlingen komt uit een probleem cumulatiegebied. Zeker deze leerlingen presteren beter door differentiatie (Bosker, 2005; Heylen et al., 2013) .

Daarvoor heb je als school wel Lef voor nodig. Op deze manier kan je laten zien dat je Liefde hebt voor de leerling maar ook voor je docenten, Leid ze op een “goede” manier zodat we een Top school krijgen.

Persoonlijk ben ik van mening dat we op mijn school een moeilijke tijd tegemoet gaan. Maar ik ben er van overtuigd wanneer er binnenklasdifferentiatie  wordt toegepast er nog meer leerlingen gemotiveerd worden, wat weer tegoed komt aan de onderwijs resultaten.