Een stap vooruit twee stappen achteruit

Op de school waar ik werk proberen we een kanteling teweeg te brengen.

Een nieuwe directeur gaat daar bij helpen. Vanuit het MT werd aangegeven dat veranderingen niet meer top down gestuurd moet worden maar vanuit de docent/ docententeam zelf moet komen. Hier word ik dan weer vrolijk van. Misschien heeft dan toch iemand  vanuit het MT Het alternatief (http://bit.ly/1LJAhqo ) ,Het alternatief 2  (http://bit.ly/23G4A9Q) gelezen. Helaas wordt deze droom elke keer verstoord.

Als school proberen we een visie te ontwikkelen. Een bureau wordt ingehuurd en tijdens een studiedag mogen we kernwoorden opschrijven over ons onderwijs. We zijn nog niet klaar en het bureau geeft aan dat het MT, tijdens een eigen studiedag, dit ook heeft gedaan en de volgende kernwaarden kwamen eruit: Liefde, Top, Lef en Leiden.

Snel geeft het (dure) ingehuurde bureau aan dat alle docenten, binnen een sessie van 60 minuten, ook deze woorden hebben aangegeven en dat dit onze kernwaarden worden.

Dus het top down denken is weer terug. Zijn het slechte kernwaarden?? Nee natuurlijk niet. Maar eerst aangeven dat de docenten iets te zeggen hebben en later blijkt dat dit al kant en klaar vast ligt, klopt m.i. niet.

Het idee om de docent de kernwaarden mee te laten bepalen is natuurlijk perfect, alleen deze uitvoering helaas iets minder.

Daarnaast is het hebben van kernwaarden iets anders dan het hebben van een visie en een destinatie. Waartoe geven wij onderwijs?  Steeds vaker valt vanuit het MT het woord differentiatie. Dit stemt mij vrolijk. Helaas merk ik dat het woord differentiëren steeds gebruikt wordt als container begrip. Daarom voel ik me nu genoodzaakt om iedereen te laten weten wat ik onder differentiëren versta, alleen maar om duidelijkheid te verschaffen.

Een definitie van differentiëren is “die maatregelen binnen in het onderwijs, die inspelen op verschillen tussen de leerlingen.” (Bade & Bult, 1981, p. 23). Differentiatie is dat het onderwijs de leerlingen aanspreekt op hun mogelijkheden en hun talenten verder ontwikkelen (Coubergs et al., 2013). Vanderhoeven heeft als definitie van differentiatie beschreven “Het positief en planmatig omgaan met verschillen tussen leerlingen met het oog op het grootst mogelijke leerrendement voor elke leerling.” (Vanderhoeven, 2004, p. 29) Omdat niet iedereen hetzelfde is nodigt deze definitie om de verschillen positief te gebruiken zodat iedereen er beter van wordt (Heylen et al., 2013).

Beide definities sluiten m.i. goed op elkaar aan, vandaar dat ik zelf differentiëren omschrijf als: “Maatregelen binnen in het onderwijs die inspelen op verschillen tussen de leerlingen met het oog op het grootst mogelijke leerrendement voor elke leerling”.

Differentiatie werkt het beste bij heterogene groepen, met name zwakke leerlingen hebben er een voordeel bij (Bosker, 2005; Heylen et al., 2013). In een klas waar de lat hoog wordt gelegd presteert iedereen beter, maar er zijn ook betere hulpbronnen voor de leerlingen. Het voordeel van een heterogene groep is, naast het inhoudelijk leren, dat er ook op het gebied van sociale vaardigheden zoals samenwerken, conflicten oplossen en overleggen beter wordt geleerd. Differentiëren begint met de keuze voor interne of externe differentiatie van een school. Externe differentiatie bekijkt welke maatregelen er genomen dienen te worden op het niveau van school, scholengroep of het structuur van het onderwijs (Coubergs et al., 2013).

Interne differentiatie ook wel binnenklasdifferentiatie speelt in op de verschillen in de klas tussen leerlingen en de maatregelen die er genomen dienen te worden (Coubergs et al., 2013).

Differentiëren kan op het niveau van de inhoud, het product en het proces. Om de leerling te laten leren, is het van belang dat er gedifferentieerd wordt. Indien er gedifferentieerd wordt, zal de leerling gemotiveerd zijn. Leerlingen worden gemotiveerd wanneer ze worden aangesproken op hun autonomie, competentie en bij het onderwijs betrokken worden. De leerling met autonomie ervaart een positievere taakbeleving (Pintrich, 2003).  Wanneer er gedifferentieerd les wordt gegeven zal de leerling iets te kiezen hebben. De leerling wordt op zijn competentie aangesproken en samen met klasgenoten zullen ze de lesstof afwerken. Wanneer er gedifferentieerd wordt zullen de leerlingen zich maximaal ontwikkelen door de mede leerlingen in de klas als stimulator en motivator te gebruiken en de individuele leerling wordt aangesproken op zijn eigen mogelijkheden (Heylen, Maes, & Gucht, 2013). Wanneer de leerling gemotiveerd is, zal deze zijn schooltaken met plezier doen waardoor de taakbeleving positief is.  Wanneer de leerling een positieve taakbeleving heeft zal dit uitwerking hebben op de gemoedstoestand van de leerling. Hierdoor krijgt men meer positieve leerlingen in het schoolgebouw.

Zoals al aangegeven, ben ik erg blij dat er steeds vaker valt vanuit het MT het woord differentiatie valt. Daarom was ik dan ook erg verbaasd over de nieuwe actie van het MT. Alle vakgroepen dienen aan te geven wanneer de docent welke lesstof gaat geven gegeven en  wat er precies per les als huiswerk wordt gegeven, voor een heel schooljaar. Dit onder de noemer “dan weten ouders wat hun kind doet op school”.

Dit staat m.i. haaks op interne differentiatie die goed zou zijn voor de individuele leerling.

Natuurlijk heb ik een jaarplanning waarop aangegeven staat wat wanneer behandeld wordt. Er zijn namelijk ook leerlingen die moeite hebben om de lesstof tot zich te nemen en er wat langer over doen. Wat ik meemaak is dat de meerderheid van leerlingen vooruit lopen, qua lesstof.

Mijn inziens is dit een actie van het MT om meer controle te krijgen op de docent. Waarom is deze controle nodig? Misschien omdat het MT van hogerhand te horen heeft gekregen dat er na 4 jaar bezuinigen nog een keer bezuinigd dient te worden, en wel 7,5%. Een jaarplanning waarmee men op de juiste manier kan differentiëren, is prima. Maar als controle middel geen goed idee.

Waarom is het niet mogelijk om docenten zelf het (dag/week) rooster / de jaarplanning te laten maken? Maak de docent nu eens verantwoordelijk, laat de docent werken op HBO niveau i.pv. uitvoerders te zijn op MBO niveau. Wij weten hoeveel lesuren de leerlingen nodig hebben. Op deze manier kunnen we ook makkelijker differentiëren. De onderwijsinstelling waar ik werk telt 900 leerlingen van wie ruim 70% een LWOO-beschikking hebben en een IQ lager dan 90. Bijna 60% van de leerlingen komt uit een probleem cumulatiegebied. Zeker deze leerlingen presteren beter door differentiatie (Bosker, 2005; Heylen et al., 2013) .

Daarvoor heb je als school wel Lef voor nodig. Op deze manier kan je laten zien dat je Liefde hebt voor de leerling maar ook voor je docenten, Leid ze op een “goede” manier zodat we een Top school krijgen.

Persoonlijk ben ik van mening dat we op mijn school een moeilijke tijd tegemoet gaan. Maar ik ben er van overtuigd wanneer er binnenklasdifferentiatie  wordt toegepast er nog meer leerlingen gemotiveerd worden, wat weer tegoed komt aan de onderwijs resultaten.

 

 

 

 

 

Geloof in je leerlingen

Sinds dit schooljaar heb ik een nieuwe directeur. Deze directeur heeft als doelstelling om de beste school van de stad/ regio te worden. Een mooie ambitieuze doelstelling. Maar of we die gaan halen is voor mij een vraag. Ik wil niet meteen een gaan azijn zeiken, maar ik wil wel realistisch kijken naar het onderwijs waarin ik werk.

Tijdens één van een aantal presentaties op de laatste studie dag reageerde een collega met de woorden “onze zwakke leerlingen”. Ik hoor met regelmaat “dat kunnen onze leerlingen niet”. Ik verbaas me elke keer weer over zo’n reactie. Ik ben van mening dat mijn leerlingen alles kunnen, ik heb vertrouwen in mijn leerlingen. Alleen de ene leerling is de andere niet. Daarnaast zijn ze op school om te leren. Misschien wordt dat iets te vaak vergeten. Ik zie de leerling als een individueel en stel hoge eisen aan de individuele leerling. Ik vertel dit niet alleen aan mijn leerlingen ik geloof er ook in. Daarnaast zie ik leren ook als sociaal proces en dat alle leerlingen van elkaar kunnen leren. Als een collega aangeeft dat leerlingen iets niet kunnen ben ik van mening dat zij dat ook uitdragen aan de leerling. De leerling zal zich dan ook zo gaan gedragen het bekende selffulfilling prophecy.

Zo kon een leerling uit een klas mij vertellen dat zij gezien worden als een probleem klas. Ik heb meteen de les stil gelegd en gevraagd wie dat heeft aangegeven. Een aantal docenten zouden dat hebben aangegeven omdat bij o.a. deze klas meerdere docenten uitgevallen zijn. Ik heb aangegeven dat dit totaal niet klopt en dat ik hier boos om ben (en dat meen ik ook). De docenten die hun geen les meer geven hebben een burn-out, hebben een verkeerde keuze gemaakt en kiezen liever niet voor om op een VMBO (tot 2x toe is dit gebeurd, gewoon een verkeerd aanname beleid) les te geven. En de laatste docent is gestopt dacht dat hij als voetbal coach moest werken door tegen de leerlingen de meest vervelende dingen te schreeuwen. Het probleem is dat deze klas veel uitval heeft gehad.

Ik geef deze klas al bijna twee jaar les en heb nog nooit problemen ervaart met ze. Omdat ik de leerlingen in hun waarde laat, hoge eisen aan ze stel maar ook omdat ik naar ze luister. De docenten die de klas als een probleem klas zien gaan ook probleem gedrag van de leerlingen zien. En de leerlingen gaan zich er ook naar gedragen.

Luc Stevens heeft in zijn inauguratie reden aangegeven dat elke kind wilt leren. Elk kind heeft ook behoefte aan betrokken te worden, er toe doen en op zijn/haar competentie te worden aangesproken. Erken de leerling dat hij er is en dat hij er toe doet. In het onderwijs café op 31 maart 2016  http://bit.ly/231gElT vergeleek Marieke Hopman het onderwijs met een militaire instelling dat continu opdrachten geeft: KAUWGOM UIT, JAS UIT, PAK JE AGENDA, etc. Laten we leerlingen weer eens als mensen zien en als mensen behandelen. Luister, maar dan ook echt luisteren naar de leerling i.p.v. beoordelen. We beoordelen leerlingen op de prestaties uit het basisonderwijs, daarom zetten we de zwakke leerlingen allemaal bij elkaar, ondanks dat we weten dat het erg slecht is. Wij docenten behandelen de zwakke leerlingen dan ook als een zwakke leerling (een “pedagogisch cijfer” geven, allemaal kleine toetsjes geven dat ze makkelijk een voldoende kunnen halen). Wat we moeten doen is hoge eisen stellen die voor iedere leerling te halen is.

Afgelopen vrijdag, nota bene 1 april, heb ik aangegeven dat de docent zijn leerling moet prikkelen en uitdagen op zijn eigen niveau in zijn/ haar interesse gebied. Dan zouden alle leerlingen wel in de klas blijven en willen leren, en minder orde problemen zijn. Een aantal collega’s moesten er hard om lachen. Een van hem had aangegeven om dit wel eens in mijn klas te komen vertellen. 15 minuten na aanvang van de les kwam deze docent idd bij mij binnen. Hij gaf aan dat de leerlingen naar de aula mochten gaan als mijn les niet interessant was. Meteen stonden er twee leerlingen op. Ze keken me aan en vroegen of dat echt mocht. Ik gaf aan dat als ze iets willen leren zij daar zelf verantwoordelijk voor zijn, en ging door met mijn les, niemand vertrok (het zweet stond op mijn rug J ). Aan het einde van de les had ik meer leerlingen in de klas dan waarmee ik was begonnen, De docent die in mijn les kwam had een leerling op de gang gezet. Ik had deze leerling aangeboden om de les bij mij te volgen. Zowel de leerling als de docent stemde hiermee in ;-).

Waarom wij de komende jaren niet de beste school van de regio gaan worden is eigenlijk heel simpel:

  • Het hele systeem waarin ik werk is er niet aan toe
  • maar ook omdat een aantal van mijn collega’s last hebben van een (helaas) negatief Pygmalion-effect.

 

To tweet or not to tweet

Afgelopen zijn de cito’s voor mijn leerlingen begonnen.

Wees maar niet bang, dit wordt geen blogpost over voor of tegen de Cito-toets.

Een van mijn leerlingen was erg alert en gaf aan dat een som niet op te lossen was.

En i.d.d. na een aantal keer kijken bleek het goede resultaat er niet bij te staan.

Slordig dacht ik, maar ook raar. Een commercieel bedrijf dat een toets met zulke fouten uit geeft. Ik maak het wel vaker mee, met name bij uitgevers.

Ik heb er e en foto van genomen en laat op de dag een tweet geplaatst

tweet_cito

Zoals het wel eens gaat met een tweet krijg je er reactie op of wordt het geretweet, tot zo ver niets bijzonders, dacht ik. Ik had het een beetje mis.

tweetactiviteit_cito_

Woensdag kreeg ik een tweet van Cito.

Helaas had deze tweet een aantal spelfouten en dat viel bij andere twitteraars die er over begonnen.

 

Vandaag werd het gesprek wat ik met een leerling had abrupt gestoord.

Er waren een aantal mensen die mij zochten met de vraag of ik zo snel mogelijk bij de leidinggevende kan komen en dan zo snel mogelijk Cito wil terug bellen.

Mijn leidinggevende legde me uit dat de school een contract had getekend om mee te doen met het uitproberen van een Cito-toets. In dit contract staat ook dat er geen beeldmateriaal naar buiten mocht worden gebracht.

Oeps.

Hier was ik met dus niet van bewust.

Ik belde met een aardige meneer van Cito. Hij legde me, op een uiterst vriendelijke, manier uit dat het om pre test ging die uitgetest wordt door leerlingen en dat er daarna pas aanpassingen gedaan worden gedaan. Daarnaast zijn er ook contracten getekend zodat cito deze toetsten kan uittesten. In deze contracten staat dat er niets naar buiten gebracht mag worden.

Ik gaf aan ik sinds een aantal minuten, na gesprek met mijn leidinggevende, pas van contracten en pre testen af wist.

De vriendelijke meneer vroeg of ik wilde meewerken om dit allemaal recht te zetten. Natuurlijk stemde ik daarin toe.

Later op de dag kon ik telefoon van de communicatieafdeling van Cito verwachten om het allemaal recht te zetten. Toen mijn leidinggevende dit hoorde werd meteen hoofdcommunicatie van de onderwijsinstelling gebeld. Onze communicatieafdeling moest maar met de communicatieafdeling van Cito praten op welke manier dit recht gezet kon worden.

Een paar uur later had ik een communicatiemevrouw van cito aan de lijn.

Of ik in mijn tweet wil zeggen dat het niet mijn bedoeling was om deze afbeelding te plaatsen en dat het achteraf niet verstandig is geweest om hierover te tweeten. Dat het om een pre test zou gaan en dat ik de tweet zou verwijderen. En dit allemaal in 140 karakters. Cito gaat op deze tweet reageren door aan te geven dat ze altijd blij zijn met feedback. Feedback kan altijd gegeven worden via mail klantenservice@cito.nl .

De mevrouw van de communicatie afdeling had waarschijnlijk niet door dat ik de mail in de ochtend al had gedelete. De reden is, geheel vanuit mij zelf en dus niet vanuit Cito of mijn werkgever, dat ik mijn werkgever niet in de problemen probeer te brengen.

Ik ben van mening dat wanneer een commerciële partij iets naar buiten brengt er altijd eerst naar gekeken dient te worden. Mijn leerlingen hebben uit de cito toetsen taal en schrijffouten gehaald, maar ook slordigheden. Dit is heel makkelijk te voorkomen als er minimaal een keer na gekeken wordt, ook met een pre test.

Was deze commotie allemaal nodig?

Ik denk het niet.

Indien mijn werkgever mij duidelijker had uitgelegd wat een pre test cito toets precies inhoudt had ik dit waarschijnlijk al niet gepost. Navraag bij een aantal collega’s bleek dat zij hier ook niet van op de hoogte zijn. Heeft te maken met communicatie.

Indien de cito niet een afdeling communicatie had ingeschakeld was deze blog post ook nooit van de grond gekomen, want zoveel informatie geven in 140 karakters lukt echt niet. Maar ook de rectificatie die ik op twitter (via deze blog) moest doen, is m.i.  iets te overttrokken. En het was dan ook niet nodig om de communicatieafdeling van mijn werkgever in te schakelen/ onrust te veroorzaken.

Al met al:

Foto weggegooid, check

Aangegeven dat het niet mijn bedoeling was om problemen te veroorzaken, check

Gaan we morgen weer Cito-toetsen afnemen.

 

 

 

 

 

lezen als een scepticus

Als ik vandaag in mijn timeline op Facebook kijk moet ik lachen en terugdenken aan http://www.researched.eu . Met name de presentatie van Casper Hulshof        http://www.researched.eu/2016/01/19/het-leven-van-een-scepticus/ .

Waarom denk ik terug aan deze dag? Een FB vriendinnetje heeft de volgende foto geliked en er bij geschreven dat dit klopt.

ADHD2

Daarnaast hebben 217 mensen dit bericht gedeeld en 166 vinden dit bericht leuk.

Maar Casper heeft me er op gewezen om verder te kijken, klopt dit bericht wel?

En als ik lees kan je alle punten ook bij andere mensen zien. Mensen zonder ADHD wel te verstaan.

De commerciële bureaus, die als paddenstoelen uit de grond schieten en veel geld willen verdienen over de rug van een ander, springen hier graag op in.

Zie bovenstaand bericht: 20 punten die je moet weten als je van iemand met ADHD houdt.

Je kan in deze titel makkelijk ADHD weg laten en de 20 punten snijden nog steeds hout. Ik kan zo genoeg voorbeelden verzinnen waarom en bij wie ik alle puntjes ook heb of misschien is dat wel de reden dat ik het heb. Ik zal ze niet allemaal gaan beschrijven en zal er een paar voorbeelden geven:

2 Ze luisteren maar absorberen niet wat er gezegd wordt.

Dit heb ik wel vaker bij mensen, ook waar ik niet van hou J, denk bijvoorbeeld aan een saaie vergadering, of als ik voor de zoveelste keer te horen krijg dat ik iets moet opruimen en dan de volgende dag er achter kom dat ik het niet heb gedaan.

6 Ze hebben moeite een taak los te laten wanneer zij in hun ‘zone’ zitten.

Wat staat hier nou? Wat wordt hier bedoeld? Als ik ergens mee bezig ben wil ik het ook afmaken, al duurt het meerdere dagen of moet ik een nacht door trekken. Ik noem het focus.

Wat wordt er met ‘zone’ bedoeld? Welke ‘zone’? zone van naaste ontwikkeling, van Vygotsky?

9 ze kunnen sociale angsten hebben.

Iedereen die verliefd is kan dat hebben, iemand die niet verliefd is trouwens ook.

Hier gaat het om het woordje kunnen.

16 ze vermijden taken.

Wie niet, denk ik dan. Taken die ik niet leuk vind, stel ik ook zo graag mogelijk uit.

19 ze zijn gepassioneerd in alles wat zij leuk vinden.

Ik heb nog nooit iemand ontmoet die aangeeft dat hij/zij iets leuk vindt en daar niet gepassioneerd over is? Ik vind het erg leuk om te koken, ik doe dit met veel passie, daarom heb ik nog geen ADHD.

20 ze zijn buitengewoon speciale en loyale mensen

Alle mensen waarvan ik hou zijn voor mij buitengewoon speciaal en, tot nu toe, ben ik naar hun loyaal en zij naar mij.

Ze laten het klinken alsof iemand met ADHD totaal anders is dan iemand die geen ADHD heeft. Oproep aan iedereen, probeer sceptisch te blijven wat je leest, stel vragen of het wel klopt, van wie is de bron en wat wilt de bron?  Ben een scepticus en zorg dat dit soort berichten niet verspreid wordt en neem niet alles klakkeloos over.

Als docent probeer ik mijn VMBO leerlingen kritisch te laten kijken naar dit soort berichten. en te laten zien dat dit soort berichten niet kloppen.

 

 

researchED 2016

30 januri  was ik op de eerste researchED. Gastheer was het Hermann Wesselink College in Amstelveen. Het programma bestond uit 27 workshops. De sprekers hebben onderzoek gedaan in het onderwijs of vertalen hun onderzoek naar het onderwijs. In 6 rondes van 40 minuten vertelde de sprekers over hun onderzoek in relatie met het onderwijs.Omdat er zoveel inspirerende sprekers waren werd het een dan van keuzes maken, helaas.

Gelukkig heeft de organisatie sommige workshops gestreamd op periscoop. Hierdoor heb ik s’avonds naar de workshops van Amber Walraven, Als 21e eeuws leren bestaat, bent u een slechte docent, kunnen kijken.

Het nadeel van een workshop op periscoop zetten is dat het naar 24 uur weer weg is. Zeker als het de bedoeling is om onderzoek en onderwijs dichter bij elkaar te brengen.

Na een introductie van Tom Bennett, Founder researchED ben ik naar Jelle Jolles, Neuropsycholoog, gegaan. Jelle keek naar de lerende tiener in neuropsychologisch perspectief: lessen voor het onderwijs. In een veel te kleine klas voor deze spreker vertelde Jelles zijn verhaal. Strekking van het verhaal is dat de o.a. de docent (ook de ouders)  je taak is om zoveel mogelijk hersenconnecties te activeren, hoe meer hersenconnecties hoe meer kluisjes het kind heeft. Hierdoor kan het kind op latere leeftijd zijn kennis, ervaringen en belevingen halen. Hierdoor is de docent de motor van ontwikkeling van het kind. De docent geeft steun, sturing, inspiratie en kennis aan het kind. Stimuleer het kind breed met kennis en vaardigheden. Houd rekening met individuele verschillen. “een traag groeiende boom kan ook de hoogste worden! “ Aldus Jelle. hier is zijn zeer uitgewerkte presentatie te zien:  http://bit.ly/1Rf2IO7

Pedro de Bruyckere gaf een workshop over schaarste en onderwijs hier is de link naar zijn presentatie: http://bit.ly/1nFCM2D .

In de leefwereld van de leerling waar er een overvloed is aan alles is het de taak van de docent om de leerling te leren keuzes te maken. Dit kan alleen als er speelruimte is zowel voor de leerling als voor de docent.

Casper Hulshof gaf een geweldige presentatie over Het leven van een loser scepticus.

Hier is een link naar zijn presentatie: http://bit.ly/1m78t3l Deze presentatie ligt in een verlengde naar aanleiding van zijn boeken (samen geschreven met Pedro de Bruyckere): jongens zijn slimmer dan meisjes en andere Mythes in het onderwijs en Urban Myths. Casper geeft aan dat je als docent kritisch moet blijven wat je leest, zowel wetenschappelijke artikelen als gewone berichten. Hij geeft een aantal tips:

  • Strip it (kijk wat er nu echt staat) and flip it (draai het om en klopt het dan nog steeds);

  • Kijk naar de bron van het bericht en wat zegt deze over het stuk;

  • Analiseer zelf het stuk;

  • Stel de vraag of jij er iets mee moet doen.

Als uitsmijter gaf Casper een citaat van Ricard Feyman: “The first principle is that you must not fool yourself and you are the easiest person to fool.”

Als laatste presentatie van de dag ging ik naar Rene Kneyber.

Rene vertelde over zijn eerste boek het alternatief, weg met de afreken cultuur in het onderwijs. Over dat de docent moet opkomen voor zijn eigen belangen en dat het systeem waarin hij werkt totaal anders moet.

Vervolgens ging Rene verder over het alternatief 2 waarom de docenten de ruimte niet pakken die ze inmiddels wel, steeds meer, krijgen. In hoeverre is de docent in staat zijn ruimte te pakken maar ook in hoeverre is zijn omgeving in staat deze ruimte te geven.

In de top down setting waar docenten moesten acteren naar plotselinge vrijheid is het normaal dat docenten niet zelfstandig kunnen denken. Wanneer de schoolleiding deze docent ondersteund zal de docent zijn ruimte gaan pakken.

Op dit moment is er nog steeds maar weinig ruimte om te pakken voor de docent omdat de schoolleider er voor zorgt dat de docent nog veel les moet geven. Les geven wordt vergeleken met het geven van een kinderfeestjes. Het is heel druk en daardoor weinig ruimte om vorm te geven aan je les. Hierdoor voelt de docent stress/ werkdruk. Indien de docent meer professioneel vermogen heeft zal deze ook minder stress/ werkdruk ervaren. Investeer daarom als docent (en als schoolleider) om je netwerk te vergroten.

Rene adviseert daarom ook  als je als docent iets wilt veranderen om:

1 ga roken (rokers hebben een groot netwerk)

2 wees onuitstaanbare bemoeial (heb een mening en ventileer die ook)

3 verbind online (ga bloggen en twitteren)

4 verbind je met doel onderwijs

Een Tip voor de schoolleiders, ga je ook bezig houden met het primair proces. De meerderheid van de schoolleiders houden zich alleen bezig met vergaderen en administratie.

Al met al een zeer leerzame dag en ik hoop dan ook dat researchED volgend jaar weer terug komt, ik zal er zijn (en ik heb gehoord dat ze er al mee bezig zijn 😉 )

 

Geluid vanuit de leerling

De kennismakerij, http://bit.ly/1m7dOHC , heeft een meet-up georganiseerd naar aanleiding van de tegenlicht documentaire de onderwijzer aan de macht uit 2015. http://bit.ly/1tXt4dv zie link.

Tijdens deze bijeenkomst vielen mij twee meiden op. Willemijn & Didde.

Deze twee hebben een mening over het onderwijs dat ze krijgen en zijn daar in de zomer van 2015 over gaan bloggen. De naam verander die hel zegt al iets over hoe ze denken over school.

Daarnaast hebben ze ook gesproken op de youth Ted Talk, zie link: http://bit.ly/1nwOhbS .

Ik ben blij dat niet alleen docenten van mening zijn dat het onderwijs systeem veranderd dient te worden. Ik hoop dat dit een trend wordt dat andere leerlingen ook in gesprek gaan met hun school om aan te geven dat het systeem waarin ze zitten niet meer werkt.

 

 

tas controle

Vandaag had ik om 17:00 uur een afspraak. Ik ben vanuit school meteen naar mijn afspraak gegaan.

Natuurlijk was ik te vroeg en omdat het regende ben ik de Aldi in gelopen. Had ik iets nodig? Nee, eigenlijk niet maar soms liggen er spulletjes die je misschien wel kan gebruiken. Helaas vandaag niet. Dus ik liep langs de kassa richting de uitgang.

Ik werd door de vriendelijke kassa mevrouw gevraagd of ik niets heb kunnen vinden en ik beaamde dat. Zegt de vriendelijke kassa juffrouw dat het jammer is en of ze dan even in mijn rugzak mag kijken.

Zeer verbaasd reageerde ik met, “natuurlijk niet”. De kassa juffrouw had dit antwoord waarschijnlijk niet verwacht want ze schrok van mijn reactie. Of ik even wilde wachten op haar collega. De collega kwam er aan, de kassa juffrouw vertelde wat er aan de hand was, de collega keek me aan en gaf aan om de manager te halen. Stiekem moest ik wel lachen.

Na een aantal minuten, ik had nog even tijd en het regende buiten, kwam de manager.

Hij vroeg of hij mijn rugzak mocht controleren. Ik antwoorden dat ik dit niet liet doen door hem. Ik gaf wel aan dat als er verdenkingen van diefstal in mijn richting zijn dat ze dan de politie moesten bellen, omdat zij de enige zijn die tassen mogen controleren.

De manager gaf mij te verstaan dat iedereen met een rugzak/ tas gecontroleerd werd omdat er zoveel gestolen werd. natuurlijk vind ik het vervelend dat er in zijn winkel zoveel gestolen werd, maar dat ik dit een reden vond  om mijn tas te laten controleren. In de 10 minuten dat ik daar stond zag ik ook dat niet alle tassen gecontroleerd . Ik wees de manager er op en die gaf aan dat ze niet de kleine handtasjes van de dames controleren i.v.m. privacy. Ik moest toen hard lachen en gaf aan dat er ook spullen in mijn tas zaten die privacy gevoelig zijn (niets gelogen want er zaten toetsen en gespreksverslagen van leerlingen in).

De manager vroeg wanneer ik de volgende keer kwam om dan geen tas meer mee te nemen. Ik keek hem aan en gaf hem te verstaan dat ik zeker niet terug zou komen.

 

De volgende dag heb ik het verhaal tegen mijn leerlingen verteld. Ze gaven aan dat zij het vakere meemaken.

Ik heb uitgelegd dat iedereen mag vragen om je tas te doorzoeken maar dat de politie dit officieel alleen mag doen, zelfs de bewakers/ beveiligers niet.

 

Persoonlijk hoop ik dit nooit meer mee te maken.

Leerlingen laten leren

Als docent ik aan het kijken hoe ik me kan verbeteren maar ook waarom ik me moet verbeteren in het lesgeven.

In het onderwijs worden vele goede dingen gedaan maar ook acties die geen meerwaarde hebben voor het leren van mijn leerlingen. Boeken als jongens zijn slimmer dan meisjes (Hulshof & Bruyckere de, 2013) , urban mythes about learning and education (Hulshof & Bruyckere de, 2015), Do Learners Really Know Best? Urban Legends in Education (Kirschner & Merriënboer, 2013)  maar ook het boek Visible Learning (Hattie, 2009) hebben mijn ogen doen openen en mijn visie op onderwijs is hierdoor bijgesteld.

Ik ben in januari 2015 mijn lessen anders gaan aanpakken en ben met twee klassen begonnen.

Volgens Hattie heeft het aangeven welk punt je wilt gaan halen het meeste effect om leerlingen te laten leren.

Vanaf januari tot juli ben ik hiermee aan de slag gegaan en inderdaad de punten van de leerlingen gingen omhoog. Zelfs die ene jongen die alleen maar onvoldoendes haalde ging zessen halen.

Maar er gebeurde meer dan alleen maar van te voren aangeven welk cijfer de leerling ging halen.

De mindset van de leerlingen gingen van een gesloten mindset naar een open mindset (Dweck, 2006, 2011). Dit is alleen mogelijk als de docent ook een open mindset heeft (Simons, 2013). Door de jaren heen is op een of andere manier mijn eigen mindset gesloten geraakt, ik ben wel weer blij dat mijn mindset open is gegaan.

In januari had ik een klas een snicker of mars beloofd indien ze het aangegeven cijfer zouden halen. Ik had hier meteen spijt van. Ik wil dat de leerling intrinsiek gemotiveerd is en niet extrinsiek (Black & Deci, 2000; Gillet, Vallerand, & Lafrenière, 2011; Ryan & Deci, 2000).

Dit schooljaar ben ik met bijna alle eerste jaars leerlingen en een aantal tweede jaars leerlingen hiermee aan de slag gegaan.

De gemiddelde eerste jaars leerling staat er in begin erg sceptisch tegenover het hele principe.

Ik ben als volgt tewerk gegaan:

Na de eerste les ga ik met de leerlingen in gesprek over welk punt zij graag willen gaan halen.

Leerlingen schrijven dan vaak een dikke voldoende op.

Een enkeling die aangeeft dat ze een 5 gaan halen, ga ik mee in gesprek. Ik ga er vanuit dat niemand onvoldoendes wilt halen. Dit heeft m.i. te maken met een negatief zelfbeeld al dan niet het gevolg van jaren negatieve ervaringen op school. Even om duidelijk te zijn, ik ben er niet voor om cijfers te geven zeker na het lezen van Cijfers geven werkt niet (Wiliam, 2013). Maar de leerling en het onderwijssysteem waar ik in werk willen dat wel.

Tijdens de les leg ik dan uit dat de leerling die zijn punt wilt gaan halen het volgende moet doen.

Per hoofdstuk eerst (begrijpend) lezen.

Elke keer als ze een blauwe woord tegenkomen, dient deze opgeschreven te worden en ze zetten de betekenis van het blauwe woord erachter.

Indien de leerling een blauwe opdracht tegenkomt maakt de leerling die. De blauwe opdrachten gaan over de tekst die ze van te voren gelezen hebben.

Aan het einde van het hoofdstuk staat een kolom om te onthouden. Dit zijn maximaal 10 zinnetjes en het is de essentie van het hoofdstuk. Ik geef aan dat de leerlingen dit ook overschrijven.

Om de blauwe woorden en de betekenis maar ook om te onthouden heb ik alle leerlingen een rood schrift gegeven. Al het belangrijke staat dan in het schrift.

Dit alles kunnen ze tijdens de les doen.

Hebben leerlingen vragen over de lesstof wil ik eerst hebben dat ze het bij hun groepsgenootjes navragen. Als de groepsgenoten het niet weten kunnen ze het aan andere groepen vragen in de klas. Indien ze er niet uitkomen kan ik, de docent, ze helpen.

Ik doe dit omdat Hattie heeft aangegeven dat als leerlingen lesstof aan elkaar uitleggen ze het beter begrijpen (Hattie, 2009). Daarnaast kan ik horen of de ene leerling het aan de andere goed uitlegt waardoor beide leerlingen weer leren.

Ik vraag de leerling dan wel om elke dag, maximaal 15 minuten, het schriftje door te lezen en te bekijken wat ze nog niet begrijpen.

Ik geef aan dat alles wat ze begrijpen over mogen slaan want alles wat je weet hoef je niet te leren.

Daarnaast gebruik ik Kahoot om lesstof te oefenen. Het voordeel van Kahoot is dat de leerling meteen  feedback krijgen en ik kan daarop inspelen. Feedback geven zorgt ervoor dat de leerling leert (Timperley, Hattie, & Timperley, 2007). Een nadeel van Kahoot heb ik ook al gemerkt. Niet iedereen kan in 30 seconden lezen en een antwoordt geven, dus ik heb de tijd aangepast. Daarnaast heeft niet alle leerlingen een telefoon of is de wifi instabiel, vandaar dat ik het zoveel mogelijk op een vaste PC probeer te oefenen.

Leerlingen gaan voortvarend aan de slag en de volgende les merk ik dat niet iedereen zich aan de afspraak kan houden, door allerlei omstandigheden. Daarom zijn het natuurlijk ook leerlingen en ze zijn op school om te leren.

De laatste vijf minuten van de les bespreek ik met elke leerling of ze nog op de goede weg zitten om hun eerder aangegeven cijfer te gaan halen. Leerlingen passen hun cijfer aan tot aan de les voor de toets.

Inmiddels zijn de eerste toetsen afgenomen. En de resultaten zijn goed. Leerlingen zijn blij dat ze voldoendes hebben gehaald. Ik projecteer op het bord de cijfers die de leerlingen zelf wilde halen en bespreek, klassikaal, wat ze hebben gehaald en wat ze hebben willen halen.

De vragen die ik aan alle leerlingen stel zijn:

  • Heb je alle hoofdstukken (begrijpend) gelezen?
  • Heb jij alle blauwe woorden overgeschreven met de betekenis er achter?
  • Heb je alle blauwe opdrachten gemaakt?
  • Heb je elke dag maximaal 15 minuten aan het schriftje besteed?

Alle leerlingen geven aan dat ze toch nog meer kunnen doen om hun cijfer te verhogen. Over enkele weken vindt de toets week plaats. Ik ben erg benieuwd wat de leerlingen dan gaan halen.

Met andere woorden, wordt vervolgd

to blog or not to blog

Hallo allemaal,

Na lang wikken en wegen ben ik dan toch gaan bloggen.

Waarom ga ik bloggen? Ik weet dat ik in alle haast snel schrijffouten maak en letters omdraai. Dat is voor mij dus een rede om te gaan bloggen. Ik probeer op deze manier me te verbeteren op mijn taal, en dat is nodig.

Ik krijg van andere bloggers te horen dat je door te bloggen beter kan gaan reflecteren. Ik weet wel dat ik van andere blogs veel leer, ook al is dat tot nu toe nog niet onderzocht of bewijs voor geleverd. Ook het van me afschrijven is een rede voor me om te gaan bloggen.

Ik kijk wel waar het blogschip gaat stranden.

Heb je tips (andere tips dan ga een cursus Nederlands volgen) laat het me dan weten.

have fun.