Bijeenkomst van MeetUp013

Woensdag 11 oktober vond de tweede Meetup013 plaats in een hele mooie en bijzondere plaats namelijk het ontdekstation.

Het onderwerp was maker education of maakonderwijs. Wij, van MeetUp013, hebben dit onderwerp gekozen omdat bij de vorige bijeenkomst een van de deelnemers een stuk schreef over maker education/ maakonderwijs. Wij hebben ons hierin verdiept en werden steeds enthousiaster.

De sponsoren die dit mogelijk maakten

De avond werd geopend door Rijk Vlaanderen, Rector van Mill Hill. Rijk benadrukte dat het zo belangrijk is dat docenten kennis en kunde delen om het onderwijs beter te maken. Dit is ook een reden dat zowel Mill Hilll als Xpect primair , Odulphus,  Campus013 en Effent  Meetup013 ondersteunen. Onze dank daarvoor! Het motto van Meetup013, Leren-delen-ontmoeten maar ook  Tilburg onderwijs in verbinding geeft het doel al aan: we proberen het onderwijs in Tilburg van elkaar te laten leren en te delen ter verbetering van het onderwijs. Wij hebben de sprekers kunnen bedanken met een presentje dat werd aangeboden door boekenhandel Gianotten Mutsaers.

 

Gianotten Mutsaers draagt het Tilburgse onderwijs en ook MeetUp013 een warm hart toe, en daar zijn wij als MeetUp013 erg blij mee.

De sprekers over maakonderwijs

Via ons netwerk kwamen we voor deze avond snel uit bij de sprekers Jochem Goedhals en Jorg Duitsman. Beide zijn werkzaam in het onderwijs in Brabant. Jochem in het HBO en Jorg in het VMBO.

Jorg begint zijn presentatie. Als docenten willen wij al onze lessen zo maken zodat het bij de leerling blijft hangen. Als de leerling iets maakt blijft het langer en beter hangen en de leerling leert er dus beter van. Jorg geeft aan: “elk kind is een maker”.  We kennen allemaal die leuke, mooie dingen die leerlingen bij bepaalde vakken kunnen maken. Bij Jorg maken de leerlingen deze leuke ontwerpen om daarna uit te leggen wat de leerling er van geleerd heeft en hoe de leerling gegroeid is. Maak onderwijs hoeft niet duur te zijn; met wat papier, lijm, oude computers en piepschuim kom je heel ver, of alleen met wat ledjes en een stift zoals in dit filmpje: http://bit.ly/2xE4pT4 . Jorg geeft nog een aantal websites door waar docenten inspiratie op kunnen doen zoals http://makered.nl/ en https://makereducation.nl/ .

De voordelen van maakonderwijs

Maakonderwijs heeft nog geen wetenschappelijke onderbouwing of dit beter werkt dan het traditioneel onderwijs. Jochem geeft aan: “ traditionelere vormen van leren leiden tot reproductie en een oppervlakkige manier van leren. Maken is een vorm van kennisconstructie, het is een middel waardoor je in een werkelijke context kennis, vaardigheden en talenten moet inzetten om iets te bereiken. Je moet deze dus transfereren naar nieuwe contexten en objecten en dat vraagt van een mens dat het diep geleerd is.”

Onderwijs is meer dan alleen leren, het heeft ook te maken met motivatie.

“ Als je dus motivatie theorieën en leerprocessen aan elkaar koppelt is het zo klaar als een klontje dat maakeducatie ruimte geeft voor unieke eigenheid van mensen en zorgt voor een leven lang leren mentaliteit.”

Per Ivar Koen vult Jochem aan :“ Je leert ze echt een andere cultuur. Zelf denken, zelf oplossen,  Self-efficacy.”

Als ik persoonlijk binnen mijn VMBO onderwijs kijk (waar wordt aangegeven dat de VMBO leerling meer praktisch bezig wil zijn) dan denk ik dat maakonderwijs zeker kan bijdragen aan het verwerken van het leren. Dit geldt ook voor de motivatie in het leren. Ik ben voorstander van maakonderwijs zodat de leerling meer samenhang ziet binnen de verschillende vakken en ze kunnen laten zien wat ze hebben geleerd. Het mooie ervan is dat de individuele leerling kan laten zien wat deze heeft geleerd en formatief beoordeeld kan worden.

Jochem’s presentatie sloot aan waar Jorg was geëindigd. Jochem werkt bij Fontys en zijn afdeling is tot stand gekomen omdat ze ruimte kregen om eigen onderwijs op te zetten. Fontys Educational Design werkt aan het verbinden van “eilandjes” binnen Fontys, het samenwerken van de verschillende teams / scholen binnen Fontys geeft vele mogelijkheden tot verbetering van het onderwijs. Want leren begint bij verwondering om daarna erover te praten en samen met elkaar te delen. Ook geeft Jochem aan dat als je een leerproces gaat beoordelen met ‘eindtermen’ stopt het leren daarom is het beter om minimale term hebben dan blijft de leerling doorleren. Door een aantal stappen te nemen zullen teams elkaar ontmoeten en samen te bespreken hoe het onderwijs bij elkaar aan te sluiten en te verbeteren.

Na de presentaties gingen we aan de slag, we hebben het niets voor niets over maak onderwijs. De opdracht is simpel, Jorg heeft een aantal  geluiden en daar maak je binnen 30 minuten een voorstelling van met de spullen die in het ontdekstation aanwezig zijn. We maken groepjes van drie en gaan aan de slag. Zie foto’s hieronder voor een impressie:

Na het samenwerken werden de werkstukken gepresenteerd.

 

We hadden na de presentatie nog kort tijd voor het nabespreken van de avond onder genot van een drankje.  De vele enthousiaste reacties waren geweldig en enkelen gaven aan graag mee te helpen bij

de organisatie van MeetUp013. Natuurlijk zijn we daar erg blij mee en we zullen snel contact met jullie opnemen. We hebben ook gesproken met geweldige mensen die uit Zutphen , Delft , Tilburg en omstreken die uit zichzelf de moeite namen om langs te komen om te leren-delen-ontmoeten. Deze mensen met passie voor onderwijs en de wens tot verbetering ervan: dank voor jullie aanwezigheid!

 

De algemene reactie van al de aanwezigen was puur enthousiasme en wens tot verbetering van het onderwijs door onderlinge samenwerking en goede onderwijs methoden; een zeer geslaagde avond dus!

 

 

 

Het delen en leren gaat na deze MeetUp013 gewoon door; MeetUp013 kreeg na afloop de volgende tweet:

Hierbij de link in de tweet: https://www.dropbox.com/sh/dleprzjigw7hai5/AAAqCC8OmjbrVP7wXX0m7Uvla?dl=0

En Jochem heeft als bedankje nog een overzichtsclip gemaakt voor op Youtube:

Het was een geweldige geslaagde avond met leuke ideeën voor de volgende bijeenkomst.

 

En toch zie ik de humor er van in

Sinds de start van het nieuwe schooljaar ben ik aan al mijn klassen aan het vertellen dat ze de markeerstift niet mogen gebruiken.

De reden om geen markeerstift te gebruiken, is simpel. Deze strategie doet weinig tot niets om leerprestaties te verhogen, aldus dit artikel. Alleen individuele feiten blijven de onderstrepers bij, waardoor ze het zicht op onderlinge verbanden tussen de feiten hebben, aldus dit onderzoek. Al met al duidelijke redenen om markeerstiften weg te leggen. Mijn leerlingen weten dit niet vandaar dat ik dit met ze besproken heb .Later blijkt dat waarschijnlijk  dit ook niet bij al mijn collega’s bekent is.

De reden waarom ik dit denk is omdat afgelopen week een klas vertelde dat zij de markeerstift moesten gebruiken van een collega.

Deze leerlingen hebben ook aangegeven aan de docent dat ze dat niet mochten van mij. Maar mijn collega had aangegeven dat de leerlingen hun markeerstift wel moesten gebruiken om elk belangrijk woord te markeren.

Tegen het einde van de les kreeg ik een mail met de kop dat alle mentoren markeerstiften kunnen komen ophalen om uit te delen aan de mentorleerlingen.

Ik moest heel hard lachen.

Er is nog een lange weg te gaan om alle niet bewezen onderwerpen over leren te verbannen uit het onderwijs, zoals bovenstaande maar ook:

 

Mijn leerlingen effectief laten leren

Sinds 2015 ben ik met een aantal klassen gestart met een experiment.

Met dit experiment probeerde ik leerlingen binnen het VMBO BBL te motiveren om te leren. Deze motivatie krijgen ze door ze zelf verantwoordelijk te maken voor de lesstof, leerlingen konden gaan kiezen met welke lesstof ze aan de slag gingen en de leerlingen waren zelf verantwoordelijk voor het tempo waarmee ze door de lesstof  gingen, Self Determination Theorie van Ryan en Deci.

Het resultaat was dat er in deze, 16 leerlingen per klas, na de kerst vakantie bijna geen onvoldoendes gehaald werden en dat tegen het einde van het schooljaar meerdere leerlingen tienen haalden op hun eindtoets. Belangrijker resultaat was natuurlijk dat de leerlingen inzagen dat zij door structureel leren hele mooie cijfers kunnen halen.

Wat ga ik dit schooljaar doen.

Ik heb dit schooljaar 11 klassen: vier eerstejaars BBL klassen, zes tweedejaars BBL klassen en een, tweedejaars kader klas.

Met name, de tweedejaars leerlingen weten hoe ik werk en toch besteed ik mijn eerste lessen aan het uitleggen, aan alle klassen, op welke manier ik wil dat zij gaan werken.

Ik start met de vraag, welk cijfer zou je willen halen op je eindtoets waar je echt trots op zou zijn?

Ik krijg reacties van een zes en een half tot een tien. Het op voorhand aangeven welke cijfer de leerling wil halen heeft een positief effect op het leren, aldus Hattie.

Ik geef als iedereen zijn cijfers heeft gezegd aan, dat ze dit ook makkelijk kunnen gaan halen en dat ze niet moeten schrikken als ze zelfs hogere cijfers gaan halen dan dat ze aangegeven hebben.

 

Wat verwacht ik van mijn leerlingen:

Ze hebben hun methode boek bij zich en een lijntjes schrift.

Ze lezen een alinea, houden hun hand er op en iedereen moet zich afvragen of ze gelezen stukje begrijpen (begrijpend lezen). Als ze het niet begrijpen moeten ze het nog een keer lezen. Als ze het dan nog niet snappen, vragen ze eerst aan hun medeleerling om uitleg. Indien ze het nog niet snappen steken ze hun vinger omhoog en vragen ze uitleg aan mij.

Als ze een blauw gemarkeerd woord tegen komen, pakken ze hun schrift en schrijven ze dit specifieke woord over in hun schrift. Daarachter schrijven ze de betekenis van het woord. Dit zorgt voor herhaling en door het overschrijven beter beklijven. De hersenen, fijne motoriek, worden door het schrijven geactiveerd.

Verder in de tekst staan er opdrachten in een blauw vlak, dit zijn opdrachten die over de eerder gelezen tekst gaan en testen of ze de tekst begrepen hebben.

Aan het einde van de paragraaf staat een stukje tekst (bij de BBL leerlingen een regel of acht, bij de kader leerlingen meer). Hier staat boven “onthouden” (samenvatting van de paragraaf). Dit leest de leerling goed door, houdt zijn hand er op en vraagt zich af of hij het begrepen heeft. Dan pas schrijft de leerling dit stukje tekst over. Leerlingen mogen van mij niet zelf een samenvatting maken omdat ze dan teveel focussen op individuelen feiten en het overzicht kunnen verliezen.

Leerlingen mogen alleen met pen schrijven die blauw of zwarte inkt heeft hiermee probeer ik op het papier rust te creëren.  Markeerstiften mogen ze niet gebruiken, het heeft namelijk geen effect op het leren en kan zelfs ongunstig werken bij het leren. Het overschrijven zorgt nu net voor het beklijven van de stof.

Wanneer leerlingen in hun schrift schrijven, mogen ze ook niet de achterkant van de bladzijde beschrijven. De inkt drukt namelijk vaak door waardoor aan de voorkant vlekken ontstaan waardoor het lezen onrustig wordt voor de leerling.

Als ze klaar zijn met hun les begint voor de leerling het echte werk.

Ik wil namelijk dat ze elke dag de blauwe woorden en het stukje tekst onthouden, dat ze die dag hebben opgeschreven, actief gaan lezen.

Met actief lezen bedoel ik, alleen oog hebben voor de tekst. Hun mobiel staat uit, ook radio, tv, of pc staan niet aan. Ouders, broertjes en zusjes mogen in deze tijd de leerling niet storen. De leerling leest de tekst eenmalig over en stopt daarna hiermee. De leerling moet dan gedurende vijf minuten iets anders doen wat niets met leren te maken heeft.

De blauwe woorden met betekenis en het deel om te onthouden van de eerste paragraaf heeft de leerling binnen vijf minuten actief gelezen. Maar na een tweede les krijgen ze er een nieuwe paragraaf er bij, de leerlingen hebben twee keer in de week Natuurkunde Techniek les. Na elke les krijgen ze dus nieuwe woorden en zinnen om te onthouden erbij. Op deze manier oefenen ze een aantal dagen een vijftal woorden, met betekenis en een vijftal zinnen. Na een aantal dagen krijgt de leerling er weer een aantal woorden met betekenis en zinnen om te onthouden bij. De leerling blijft dus alles elke dag herhalen en op deze manier bouw ik samen met de leerling hun woordenschat en kennis uit. Ze leren verspreid over langere termijn, gedistribueerd oefenen, voor op de eindtoets.

De leerling mag niet meer dan vijftien minuten, thuis, bezig zijn met het actief lezen van Natuurkunde Techniek. Door elke dag doelbewust te trainen kan de leerling beter worden.

Door mijn leerlingen bovenstaande stappen aan te leren draag ik mijn steentje bij door mijn leerlingen te laten leren.

Elke les begin ik met het her activeren van de vorige les op deze manier wordt het voor de leerlingen helder waar ze mee bezig zijn. Ik ben een aantal weken hiermee bezig en zie leerlingen gemotiveerd bezig zijn met hun lees- en leerstof. Elke les krijgen leerlingen een high five omdat ze weer geoefend hebben thuis, je ziet leerlingen groeien.

Nu afwachten op de eerste resultaten van de eerste eindtoets.

 

 

Theorie Gardner niet meer actueel

Howard Gardner is bekend geworden door zijn theorie over meervoudige intelligentie.

Er zijn in Nederland scholen die volgens het concept meervoudige intelligentie werken. Meervoudige intelligentie wordt dan gebruikt om het onderwijs op maat aan te bieden en te differentiëren.

Vanaf 2006 werd er al aangegeven dat het niet verstandig is om als onderwijsinstelling te gaan werken met het concept meervoudige intelligentie.

In 2013 wordt in het boek “Jongens zijn slimmer dan meisjes” aangegeven dat Gardner eerder een filosofie is dan een theorie.

In een essay in 2016 schrijft Gardner zelf dat dat zijn theorie niet meer actueel is. Gardner moedigt wel iedereen aan om onderzoek te doen naar meervoudige intelligentie.

Wat leer ik hiervan?

Als docent moet ik altijd naar de talenten zoeken en kijken van mijn leerlingen. Ik probeer mijn leerlingen goed te begeleiden en te laten leren door o.a. gerichte feedback, concrete voorbeelden aanbieden bij het leren en vele andere voorbeelden dat door onderzoek bewezen is dat het werkt bij het leren. Er gebeurt nog te veel in het onderwijs wat niet bewezen is dat het werkt en soms is het zelfs schadelijk voor de leerlingen en dat moeten we zien tegen te gaan.

Zo doen we dat in Den Haag

Via Jeroen op Facebook kreeg ik een uitnodiging om mee te denken over het onderwijsbeleid 2018/2022 in Den Haag. Gemeente Den Haag wilt DE docentenstad van Nederland worden. Ik was nieuwsgierig en heb me aangemeld, ondanks dat ik werk en woon in Tilburg.

Dinsdag 28 maart was het dan zover. De bijeenkomst was georganiseerd in de Remise. Ik zag Jeroen van MeetUp070 maar ook Claire van MeetUp010 was er. Beide zijn, net als ik, ook actief betrokken bij MeetUpNL.

Rond 18:15 uur werden we naar een zaal begeleid. Daar werden we voorgesteld aan de nieuwe wethouder van gemeente Den Haag en aan  Melvin Redeker (bergbeklimmer).

Het verhaal van Melvin over bergbeklimmen en de relatie met onderwijs was kort en krachtig.

Melvin had het over de klassieke fout die hij en zijn team gemaakt hebben en die in het onderwijs ook vaak gemaakt wordt. Je kan het oude beleid niet kopiëren en plakken op nieuw beleid. Melvin had hiervoor de verandercurve bij zich.

Daarnaast dien je als bergbeklimmer/ onderwijsorganisatie vertrouwen winnen en daarvoor zijn, volgens Melvin, 4 stappen van cruciaal belang:

1) Investeer in relaties;

2) Committeer je aan de waarden en normen à wat betekent dit voor je gedrag;

3) Wees consistent;

4) Ben voorspelbaar.

En als je dan aan het veranderen ben, zorg dat je voor elkaar er bent. Geef elkaar feedback en vraag om feedback. Maak van je collega je coach. Op deze manier gaat veranderen makkelijker.

Samenvattend:

  • Accepteer veranderingen.
  • Werk aan vertrouwen.
  • Maak van je collega’s je coach.

Na dit inspirerend verhaal mochten we zelf aan de slag.

Om niet bij bekende te zitten werd de zaal in 3 rondes door elkaar gehusseld.

Samen met 7 andere docenten, al dan niet lesgevend in Den haag, gingen we aan de slag.

Ronde 1:

10 minuten brainstormen wat we allemaal zouden willen (maakt niet uit wat) (eerste ideeën).

Ronde 2:

Van al die punten kies er 5 en wek die wat verder uit (afbakening) .

Ronde 3:

Wat zijn de 3 beste ideeën, werk ze verder uit.

Ronde 4:

Wat presenteren we en moet op de Haagse agenda (Pitch).

Alle  groepen kregen 1 minuut om hun idee te pitchen en daarna werd er via Kahoot gestemd wat de docenten het beste idee vond. Ik zat in de groep: Zo doen we dat in Den Haag.

Samenvattend kwam het er op neer dat bijna alle groepen:

Een platform willen hebben waarop ze elkaar kunnen ontmoeten, van elkaar leren en kunnen delen.

Een platform waar docenten en e.v.t. andere geïnteresseerde (ouders, leerlingen, e.d.) elkaar ontmoeten en met elkaar het onderwijs beter maken. Van elkaar leren en elkaar ontmoeten. Een platform vanuit de docent (die hiervoor ruimte krijgen) en gefaciliteerd door de onderwijs organisaties en de gemeente. Er werd zelfs geopperd om een 80/20 regel toe te passen. 80% werken 20% met andere collega’s bespreken, onderzoeken, experimenteren op welke manier het onderwijs beter gemaakt kan worden.

Wat heeft deze avond mij opgeleverd:

Het interessante aan de hele avond was dat alle docenten uit het PO, VO, MBO en HBO aanwezig waren en allemaal contact zoeken met collega’s om het onderwijs, voor de leerling, beter te maken. Dat je niet continu in je eigen organisatie blijft kijken, het welbekende navelstaren. Samen kunnen we meer bereiken.  Niemand heeft het over zijn salaris gehad.

Ik heb veel mooie initiatieven gehoord en met zeer inspirerende, Haagse, collega’s gesproken.

Zo iets zou m.i. ook in Tilburg door de gemeente georganiseerd kunnen worden, Als Tilburg ook DE onderwijsstad van Nederland wilt worden?

Ik draag m.i. mijn steentje al bij door in 2016 een IDMES te organiseren maar ook in 2017 probeer ik met andere ( Adrienne, Cobine, Jean Pierre)  in Tilburg docenten bij elkaar te krijgen en te inspireren door MeetUp013 te organiseren.

Ik ben van mening dat er een structurele bijeenkomst meer gedragen en gefaciliteerd zouden moeten worden door onderwijs organisaties en Gemeente.

Een mooie foto wil ik jullie niet onthouden. Claire heeft voor de groep Zo doen we dat in Den Haag een aantal woorden op papier gezet wat ze later heeft voorgedragen aan alle groepen:

 

Gespreid leiderschap

Vanochtend las ik op RTL website dat dat de baas niet meer de baas moet zijn. Op deze manier kan een bedrijf beter inspringen op veranderingen. Lees hier het artikel.

Maar in het onderwijs ben ik dat al eerder tegen gekomen.

Het begon, voor mij, allemaal in 2013 met een presentatie van Joseph Kessels over gespreid leiderschap in een professionele ruimte, dit stuk komt uit 2012.  DeRue & Ashford hebben in 2010 een artikel over geschreven. In 2006 Heeft Spillane  zijn boek uitgegeven over distributed leadership.

Al met al mooie initiatieven die m.i. zeker kunnen werken maar alleen als de leidinggevende van een bedrijf/ instelling dit toelaten, anders komt gespreid leiderschap nooit van de grond. Veel leidinggevenden dienen daarom m.i. een verandering van mindset te krijgen om de macht, die sommige mensen hebben, los te laten en te delen. Dat is vaak erg moeilijk voor deze leidinggevende. In het onderwijs zie ik het niet snel veranderen, helaas.

Toch blijf ik hoop houden.

Kahoot handleiding

Van de week kreeg ik een vraag van mijn collega om “even”een handleiding van Kahoot te maken.

Deze collega wil graag voor zijn studie een Kahoot maken. Hij heeft nog nooit een Kahoot gemaakt en gespeeld. Ik ben “even”aan de slag gegaan. Natuurlijk ben ik eerst gaan zoeken op Google. Helaas vond ik alleen oude handleidingen van Kahoot. Dus toch maar “even”een handleiding maken, wetende dat mijn handleiding door een druk op de knop van Kahoot verouderd kan zijn.

Dat “even” een Kahoot maken heeft mij toch een tweetal uren gekost. Leuk voor mijn professionaliseringsuren, nog maar 140 uur te gaan 🙂 . Als ik er dan toch tijd in heb gestoken kan ik net zo goed dit delen met degene die ook stap voor stap een Kahoot wil maken. Dus hierbij: http://bit.ly/2sfDGZf

 

Laat maar weten of je er iets aan hebt gehad?

 

Een stap vooruit twee stappen achteruit

Op de school waar ik werk proberen we een kanteling teweeg te brengen.

Een nieuwe directeur gaat daar bij helpen. Vanuit het MT werd aangegeven dat veranderingen niet meer top down gestuurd moet worden maar vanuit de docent/ docententeam zelf moet komen. Hier word ik dan weer vrolijk van. Misschien heeft dan toch iemand  vanuit het MT Het alternatief (http://bit.ly/1LJAhqo ) ,Het alternatief 2  (http://bit.ly/23G4A9Q) gelezen. Helaas wordt deze droom elke keer verstoord.

Als school proberen we een visie te ontwikkelen. Een bureau wordt ingehuurd en tijdens een studiedag mogen we kernwoorden opschrijven over ons onderwijs. We zijn nog niet klaar en het bureau geeft aan dat het MT, tijdens een eigen studiedag, dit ook heeft gedaan en de volgende kernwaarden kwamen eruit: Liefde, Top, Lef en Leiden.

Snel geeft het (dure) ingehuurde bureau aan dat alle docenten, binnen een sessie van 60 minuten, ook deze woorden hebben aangegeven en dat dit onze kernwaarden worden.

Dus het top down denken is weer terug. Zijn het slechte kernwaarden?? Nee natuurlijk niet. Maar eerst aangeven dat de docenten iets te zeggen hebben en later blijkt dat dit al kant en klaar vast ligt, klopt m.i. niet.

Het idee om de docent de kernwaarden mee te laten bepalen is natuurlijk perfect, alleen deze uitvoering helaas iets minder.

Daarnaast is het hebben van kernwaarden iets anders dan het hebben van een visie en een destinatie. Waartoe geven wij onderwijs?  Steeds vaker valt vanuit het MT het woord differentiatie. Dit stemt mij vrolijk. Helaas merk ik dat het woord differentiëren steeds gebruikt wordt als container begrip. Daarom voel ik me nu genoodzaakt om iedereen te laten weten wat ik onder differentiëren versta, alleen maar om duidelijkheid te verschaffen.

Een definitie van differentiëren is “die maatregelen binnen in het onderwijs, die inspelen op verschillen tussen de leerlingen.” (Bade & Bult, 1981, p. 23). Differentiatie is dat het onderwijs de leerlingen aanspreekt op hun mogelijkheden en hun talenten verder ontwikkelen (Coubergs et al., 2013). Vanderhoeven heeft als definitie van differentiatie beschreven “Het positief en planmatig omgaan met verschillen tussen leerlingen met het oog op het grootst mogelijke leerrendement voor elke leerling.” (Vanderhoeven, 2004, p. 29) Omdat niet iedereen hetzelfde is nodigt deze definitie om de verschillen positief te gebruiken zodat iedereen er beter van wordt (Heylen et al., 2013).

Beide definities sluiten m.i. goed op elkaar aan, vandaar dat ik zelf differentiëren omschrijf als: “Maatregelen binnen in het onderwijs die inspelen op verschillen tussen de leerlingen met het oog op het grootst mogelijke leerrendement voor elke leerling”.

Differentiatie werkt het beste bij heterogene groepen, met name zwakke leerlingen hebben er een voordeel bij (Bosker, 2005; Heylen et al., 2013). In een klas waar de lat hoog wordt gelegd presteert iedereen beter, maar er zijn ook betere hulpbronnen voor de leerlingen. Het voordeel van een heterogene groep is, naast het inhoudelijk leren, dat er ook op het gebied van sociale vaardigheden zoals samenwerken, conflicten oplossen en overleggen beter wordt geleerd. Differentiëren begint met de keuze voor interne of externe differentiatie van een school. Externe differentiatie bekijkt welke maatregelen er genomen dienen te worden op het niveau van school, scholengroep of het structuur van het onderwijs (Coubergs et al., 2013).

Interne differentiatie ook wel binnenklasdifferentiatie speelt in op de verschillen in de klas tussen leerlingen en de maatregelen die er genomen dienen te worden (Coubergs et al., 2013).

Differentiëren kan op het niveau van de inhoud, het product en het proces. Om de leerling te laten leren, is het van belang dat er gedifferentieerd wordt. Indien er gedifferentieerd wordt, zal de leerling gemotiveerd zijn. Leerlingen worden gemotiveerd wanneer ze worden aangesproken op hun autonomie, competentie en bij het onderwijs betrokken worden. De leerling met autonomie ervaart een positievere taakbeleving (Pintrich, 2003).  Wanneer er gedifferentieerd les wordt gegeven zal de leerling iets te kiezen hebben. De leerling wordt op zijn competentie aangesproken en samen met klasgenoten zullen ze de lesstof afwerken. Wanneer er gedifferentieerd wordt zullen de leerlingen zich maximaal ontwikkelen door de mede leerlingen in de klas als stimulator en motivator te gebruiken en de individuele leerling wordt aangesproken op zijn eigen mogelijkheden (Heylen, Maes, & Gucht, 2013). Wanneer de leerling gemotiveerd is, zal deze zijn schooltaken met plezier doen waardoor de taakbeleving positief is.  Wanneer de leerling een positieve taakbeleving heeft zal dit uitwerking hebben op de gemoedstoestand van de leerling. Hierdoor krijgt men meer positieve leerlingen in het schoolgebouw.

Zoals al aangegeven, ben ik erg blij dat er steeds vaker valt vanuit het MT het woord differentiatie valt. Daarom was ik dan ook erg verbaasd over de nieuwe actie van het MT. Alle vakgroepen dienen aan te geven wanneer de docent welke lesstof gaat geven gegeven en  wat er precies per les als huiswerk wordt gegeven, voor een heel schooljaar. Dit onder de noemer “dan weten ouders wat hun kind doet op school”.

Dit staat m.i. haaks op interne differentiatie die goed zou zijn voor de individuele leerling.

Natuurlijk heb ik een jaarplanning waarop aangegeven staat wat wanneer behandeld wordt. Er zijn namelijk ook leerlingen die moeite hebben om de lesstof tot zich te nemen en er wat langer over doen. Wat ik meemaak is dat de meerderheid van leerlingen vooruit lopen, qua lesstof.

Mijn inziens is dit een actie van het MT om meer controle te krijgen op de docent. Waarom is deze controle nodig? Misschien omdat het MT van hogerhand te horen heeft gekregen dat er na 4 jaar bezuinigen nog een keer bezuinigd dient te worden, en wel 7,5%. Een jaarplanning waarmee men op de juiste manier kan differentiëren, is prima. Maar als controle middel geen goed idee.

Waarom is het niet mogelijk om docenten zelf het (dag/week) rooster / de jaarplanning te laten maken? Maak de docent nu eens verantwoordelijk, laat de docent werken op HBO niveau i.pv. uitvoerders te zijn op MBO niveau. Wij weten hoeveel lesuren de leerlingen nodig hebben. Op deze manier kunnen we ook makkelijker differentiëren. De onderwijsinstelling waar ik werk telt 900 leerlingen van wie ruim 70% een LWOO-beschikking hebben en een IQ lager dan 90. Bijna 60% van de leerlingen komt uit een probleem cumulatiegebied. Zeker deze leerlingen presteren beter door differentiatie (Bosker, 2005; Heylen et al., 2013) .

Daarvoor heb je als school wel Lef voor nodig. Op deze manier kan je laten zien dat je Liefde hebt voor de leerling maar ook voor je docenten, Leid ze op een “goede” manier zodat we een Top school krijgen.

Persoonlijk ben ik van mening dat we op mijn school een moeilijke tijd tegemoet gaan. Maar ik ben er van overtuigd wanneer er binnenklasdifferentiatie  wordt toegepast er nog meer leerlingen gemotiveerd worden, wat weer tegoed komt aan de onderwijs resultaten.

 

 

 

 

 

Geloof in je leerlingen

Sinds dit schooljaar heb ik een nieuwe directeur. Deze directeur heeft als doelstelling om de beste school van de stad/ regio te worden. Een mooie ambitieuze doelstelling. Maar of we die gaan halen is voor mij een vraag. Ik wil niet meteen een gaan azijn zeiken, maar ik wil wel realistisch kijken naar het onderwijs waarin ik werk.

Tijdens één van een aantal presentaties op de laatste studie dag reageerde een collega met de woorden “onze zwakke leerlingen”. Ik hoor met regelmaat “dat kunnen onze leerlingen niet”. Ik verbaas me elke keer weer over zo’n reactie. Ik ben van mening dat mijn leerlingen alles kunnen, ik heb vertrouwen in mijn leerlingen. Alleen de ene leerling is de andere niet. Daarnaast zijn ze op school om te leren. Misschien wordt dat iets te vaak vergeten. Ik zie de leerling als een individueel en stel hoge eisen aan de individuele leerling. Ik vertel dit niet alleen aan mijn leerlingen ik geloof er ook in. Daarnaast zie ik leren ook als sociaal proces en dat alle leerlingen van elkaar kunnen leren. Als een collega aangeeft dat leerlingen iets niet kunnen ben ik van mening dat zij dat ook uitdragen aan de leerling. De leerling zal zich dan ook zo gaan gedragen het bekende selffulfilling prophecy.

Zo kon een leerling uit een klas mij vertellen dat zij gezien worden als een probleem klas. Ik heb meteen de les stil gelegd en gevraagd wie dat heeft aangegeven. Een aantal docenten zouden dat hebben aangegeven omdat bij o.a. deze klas meerdere docenten uitgevallen zijn. Ik heb aangegeven dat dit totaal niet klopt en dat ik hier boos om ben (en dat meen ik ook). De docenten die hun geen les meer geven hebben een burn-out, hebben een verkeerde keuze gemaakt en kiezen liever niet voor om op een VMBO (tot 2x toe is dit gebeurd, gewoon een verkeerd aanname beleid) les te geven. En de laatste docent is gestopt dacht dat hij als voetbal coach moest werken door tegen de leerlingen de meest vervelende dingen te schreeuwen. Het probleem is dat deze klas veel uitval heeft gehad.

Ik geef deze klas al bijna twee jaar les en heb nog nooit problemen ervaart met ze. Omdat ik de leerlingen in hun waarde laat, hoge eisen aan ze stel maar ook omdat ik naar ze luister. De docenten die de klas als een probleem klas zien gaan ook probleem gedrag van de leerlingen zien. En de leerlingen gaan zich er ook naar gedragen.

Luc Stevens heeft in zijn inauguratie reden aangegeven dat elke kind wilt leren. Elk kind heeft ook behoefte aan betrokken te worden, er toe doen en op zijn/haar competentie te worden aangesproken. Erken de leerling dat hij er is en dat hij er toe doet. In het onderwijs café op 31 maart 2016  http://bit.ly/231gElT vergeleek Marieke Hopman het onderwijs met een militaire instelling dat continu opdrachten geeft: KAUWGOM UIT, JAS UIT, PAK JE AGENDA, etc. Laten we leerlingen weer eens als mensen zien en als mensen behandelen. Luister, maar dan ook echt luisteren naar de leerling i.p.v. beoordelen. We beoordelen leerlingen op de prestaties uit het basisonderwijs, daarom zetten we de zwakke leerlingen allemaal bij elkaar, ondanks dat we weten dat het erg slecht is. Wij docenten behandelen de zwakke leerlingen dan ook als een zwakke leerling (een “pedagogisch cijfer” geven, allemaal kleine toetsjes geven dat ze makkelijk een voldoende kunnen halen). Wat we moeten doen is hoge eisen stellen die voor iedere leerling te halen is.

Afgelopen vrijdag, nota bene 1 april, heb ik aangegeven dat de docent zijn leerling moet prikkelen en uitdagen op zijn eigen niveau in zijn/ haar interesse gebied. Dan zouden alle leerlingen wel in de klas blijven en willen leren, en minder orde problemen zijn. Een aantal collega’s moesten er hard om lachen. Een van hem had aangegeven om dit wel eens in mijn klas te komen vertellen. 15 minuten na aanvang van de les kwam deze docent idd bij mij binnen. Hij gaf aan dat de leerlingen naar de aula mochten gaan als mijn les niet interessant was. Meteen stonden er twee leerlingen op. Ze keken me aan en vroegen of dat echt mocht. Ik gaf aan dat als ze iets willen leren zij daar zelf verantwoordelijk voor zijn, en ging door met mijn les, niemand vertrok (het zweet stond op mijn rug J ). Aan het einde van de les had ik meer leerlingen in de klas dan waarmee ik was begonnen, De docent die in mijn les kwam had een leerling op de gang gezet. Ik had deze leerling aangeboden om de les bij mij te volgen. Zowel de leerling als de docent stemde hiermee in ;-).

Waarom wij de komende jaren niet de beste school van de regio gaan worden is eigenlijk heel simpel:

  • Het hele systeem waarin ik werk is er niet aan toe
  • maar ook omdat een aantal van mijn collega’s last hebben van een (helaas) negatief Pygmalion-effect.

 

researchED 2016

30 januri  was ik op de eerste researchED. Gastheer was het Hermann Wesselink College in Amstelveen. Het programma bestond uit 27 workshops. De sprekers hebben onderzoek gedaan in het onderwijs of vertalen hun onderzoek naar het onderwijs. In 6 rondes van 40 minuten vertelde de sprekers over hun onderzoek in relatie met het onderwijs.Omdat er zoveel inspirerende sprekers waren werd het een dan van keuzes maken, helaas.

Gelukkig heeft de organisatie sommige workshops gestreamd op periscoop. Hierdoor heb ik s’avonds naar de workshops van Amber Walraven, Als 21e eeuws leren bestaat, bent u een slechte docent, kunnen kijken.

Het nadeel van een workshop op periscoop zetten is dat het naar 24 uur weer weg is. Zeker als het de bedoeling is om onderzoek en onderwijs dichter bij elkaar te brengen.

Na een introductie van Tom Bennett, Founder researchED ben ik naar Jelle Jolles, Neuropsycholoog, gegaan. Jelle keek naar de lerende tiener in neuropsychologisch perspectief: lessen voor het onderwijs. In een veel te kleine klas voor deze spreker vertelde Jelles zijn verhaal. Strekking van het verhaal is dat de o.a. de docent (ook de ouders)  je taak is om zoveel mogelijk hersenconnecties te activeren, hoe meer hersenconnecties hoe meer kluisjes het kind heeft. Hierdoor kan het kind op latere leeftijd zijn kennis, ervaringen en belevingen halen. Hierdoor is de docent de motor van ontwikkeling van het kind. De docent geeft steun, sturing, inspiratie en kennis aan het kind. Stimuleer het kind breed met kennis en vaardigheden. Houd rekening met individuele verschillen. “een traag groeiende boom kan ook de hoogste worden! “ Aldus Jelle. hier is zijn zeer uitgewerkte presentatie te zien:  http://bit.ly/1Rf2IO7

Pedro de Bruyckere gaf een workshop over schaarste en onderwijs hier is de link naar zijn presentatie: http://bit.ly/1nFCM2D .

In de leefwereld van de leerling waar er een overvloed is aan alles is het de taak van de docent om de leerling te leren keuzes te maken. Dit kan alleen als er speelruimte is zowel voor de leerling als voor de docent.

Casper Hulshof gaf een geweldige presentatie over Het leven van een loser scepticus.

Hier is een link naar zijn presentatie: http://bit.ly/1m78t3l Deze presentatie ligt in een verlengde naar aanleiding van zijn boeken (samen geschreven met Pedro de Bruyckere): jongens zijn slimmer dan meisjes en andere Mythes in het onderwijs en Urban Myths. Casper geeft aan dat je als docent kritisch moet blijven wat je leest, zowel wetenschappelijke artikelen als gewone berichten. Hij geeft een aantal tips:

  • Strip it (kijk wat er nu echt staat) and flip it (draai het om en klopt het dan nog steeds);

  • Kijk naar de bron van het bericht en wat zegt deze over het stuk;

  • Analiseer zelf het stuk;

  • Stel de vraag of jij er iets mee moet doen.

Als uitsmijter gaf Casper een citaat van Ricard Feyman: “The first principle is that you must not fool yourself and you are the easiest person to fool.”

Als laatste presentatie van de dag ging ik naar Rene Kneyber.

Rene vertelde over zijn eerste boek het alternatief, weg met de afreken cultuur in het onderwijs. Over dat de docent moet opkomen voor zijn eigen belangen en dat het systeem waarin hij werkt totaal anders moet.

Vervolgens ging Rene verder over het alternatief 2 waarom de docenten de ruimte niet pakken die ze inmiddels wel, steeds meer, krijgen. In hoeverre is de docent in staat zijn ruimte te pakken maar ook in hoeverre is zijn omgeving in staat deze ruimte te geven.

In de top down setting waar docenten moesten acteren naar plotselinge vrijheid is het normaal dat docenten niet zelfstandig kunnen denken. Wanneer de schoolleiding deze docent ondersteund zal de docent zijn ruimte gaan pakken.

Op dit moment is er nog steeds maar weinig ruimte om te pakken voor de docent omdat de schoolleider er voor zorgt dat de docent nog veel les moet geven. Les geven wordt vergeleken met het geven van een kinderfeestjes. Het is heel druk en daardoor weinig ruimte om vorm te geven aan je les. Hierdoor voelt de docent stress/ werkdruk. Indien de docent meer professioneel vermogen heeft zal deze ook minder stress/ werkdruk ervaren. Investeer daarom als docent (en als schoolleider) om je netwerk te vergroten.

Rene adviseert daarom ook  als je als docent iets wilt veranderen om:

1 ga roken (rokers hebben een groot netwerk)

2 wees onuitstaanbare bemoeial (heb een mening en ventileer die ook)

3 verbind online (ga bloggen en twitteren)

4 verbind je met doel onderwijs

Een Tip voor de schoolleiders, ga je ook bezig houden met het primair proces. De meerderheid van de schoolleiders houden zich alleen bezig met vergaderen en administratie.

Al met al een zeer leerzame dag en ik hoop dan ook dat researchED volgend jaar weer terug komt, ik zal er zijn (en ik heb gehoord dat ze er al mee bezig zijn 😉 )